De Heliand, een Oudsaksisch epos in stafrijm uit de eerste helft van de 9de eeuw, vertelt in 71 hoofdstukken over het leven van Jezus Christus vanaf zijn geboorte tot en met zijn hemelvaart. De auteur heeft van de vier evangeliën een lopend verhaal gemaakt: een evangelieharmonie. Hij heeft zijn eigen accenten in het verhaal gelegd door aanpassingen te maken en aanvullingen te geven. Daarmee ontstond een bijzonder kunstwerk: die ingrepen waren ingegeven door zijn streven om de boodschap van Jezus aanschouwelijk te maken voor de Saksische bevolking ten tijde van de christianisering. De Heliand volgt de inhoud van de vier evangeliën, maar de ge-beurtenissen spelen zich af binnen de cultuur waarin de Saksen rond 800 leefden. Daarin was het paard een edel dier. De engelen verkondigen de geboorte van Jezus dan ook niet aan schaapherders, maar aan mannen die op de paarden passen. Ook wordt Jezus voorgesteld als een leenheer, die met zijn vazallen (de leerlingen) rondtrekt. Veel nadruk ligt dan ook op de grote trouw die de vazal aan zijn leenheer moet betonen. Het boek bestaat uit twee delen. In deel 1 wordt de Heliand in context geplaatst en onder andere de geschiedenis en de ontwikkeling van Oudsaksisch naar Nedersaksisch beschreven. In deel 2 staat de vertaling. De Heliand wordt internationaal beschouwd als een hoogstaand kunstwerk. Het verscheen in 1830 voor het eerst in druk. Daarna volgden vele uitgebreide wetenschappelijke studies van dit werk. Ook werd het vertaald in het Duits, Engels, Frans en Deens, en recentelijk in het Neder-lands (2006). In 2012 volgden vertalingen in het Achterhoeks, Gronings, Twents en Münster-lands. Nu zijn er dan ook geannoteerde vertalingen in het Sallands en Stellingwerfs. Tevens ver-schijnt de Oudsaksische tekst opnieuw in druk.