De liefde van zijn leven is hij verloren. Nadat hij daarvan is hersteld flierefluit Seppe Toorop een tijdje naar volle tevredenheid op het amoureuze pad. Dan besluit hij zijn privéleven op dat punt anders in te richten; polyamorie wordt het streven. Daar past een toevallig hernieuwd contact met Pleun, een vroeger studievriendinnetje, heel goed in. Want Seppe wil zich wel binden, maar met die polyamoreuze inslag dus niet aan haar alleen. Zij aanvaardt dat, zoals zij dat destijds ook had aanvaard. Toorop neemt zijn werk als consultant serieuzer dan zijn leven in privé, maar dat kan niet voorkomen dat de persoonlijke verwikkelingen langzaam maar stevig doorsijpelen in de zakelijke sferen. Dat gaat aanvankelijk allemaal in betrekkelijke en vrolijke harmonie, totdat een dame in zijn werkomgeving haar kans schoon denkt te zien om Toorop aan haar monogame haak te slaan. De anekdotische ravage die daarna in het leven van Seppe en zijn ogenschijnlijk paradijselijke kippenhok ontstaat zet zijn streven naar een harmonieuze polyamorie volkomen op de helling. Als dieptepunt daarvan ervaart hij de gevolgen van zijn uitmuntende tip aan de onvoorwaardelijk trouwe Pleun. Dankzij zijn zonnige kijk op de liefde lijkt hij het pakketje dramatiek zijn leven door te zeulen in een vermakelijke verpakking.