Vier vuurrode enveloppen liggen op de keukentafel wanneer hij die avond thuiskomt. Genummerd, met zijn naam in hoofdletters erop geschreven, en het tijdstip waarop hij ze mag openen. Hij probeert zich te herinneren of hij zijn eigen verjaardag toevallig is vergeten, wat niet zo is. Het is ook geen Valentijn of een andere idiote feestdag voor verliefden.
Hij opent de eerste envelop met bevende vingers, en leest de korte tekst: Ik heb zin in een Sugar Rush. Jij ook? Hij staat verstomd. Hij herkent haar handschrift. Maar nee, zij toch niet? Dat kan niet, zij is wel de laatste aan wie hij denkt. Maar wat als zij het toch is?
Hij reikt naar de tweede envelop. Het spel is begonnen.