Scheppingsmythen zijn verhalen over het ontstaan van het universum, de wereld, de aarde, de natuur en de mens. Ze hebben millennia overleefd en blijven fascineren. Alleen dat al kan ze tot iets heiligs maken. Maar wat maakte ze zo onsterfelijk? Mythen worden binnen hun cultuur voor waar aangenomen, vaak verteld en hebben een directe voedende werking op het alledaagse leven. Daar horen rituelen bij. Mythen over de schepping zijn gedeelde archetypische ervaringen en maken deel uit van het collectieve onbewuste. C.G. Jung is bekend om zijn werk hierover. In dit boek vertelt Marianne Carolus op aansprekende wijze hoe het verhaal van de Schepping in verschillende culturen wordt verteld. Deze mythen zijn het oerbeeld van al het scheppen en geschapen worden, dat op de achtergrond aanwezig is in al het leven en in het dagelijkse doen en laten der mensen. De mythen van verschillende volkeren tonen dit oerbeeld in verschillende kwaliteiten en perspectieven. Marianne Carolus heeft ze ingedeeld naar het werelddeel waar ze vandaan komen en dan geordend naar de vier windstreken. Grof gezegd koos ze voor het oosten mythen uit Azië, voor het zuiden uit Afrika, voor het westen uit Amerika en voor het noorden uit Noordwest-Europa. Daar zijn verschillende kwaliteiten wat betreft klimaat, landschap, ras en cultuur. Uit elke streek volgen drie mythen. Een uitermate informatieve en belangwekkende uiteenzetting waarin ze de mythen duidt en vertaalt naar het leven in de huidige tijd.