Marie groeit op in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw als dochter van een mijnwerker. Na de dood van haar moeder wordt ze opgevoed door haar stuurse vader en strenge oma. Ze is een eenzelvig kind dat nauwelijks vriendschappen sluit. Op school ontpopt ze zich als een intelligente leerlinge, die gezegend is met een mooie stem. Zingen gaat een grote rol spelen tijdens het opgroeien van kind naar jonge vrouw. Haar leven neemt een ingrijpende wending wanneer ze verliefd wordt op haar zangleraar.