Dit boek beschrijft de wederwaardigheden van een familie in het grensgebied Drenthe-Overijssel. Uitgangspunt is een oude boerderij op Kolderveen die vanaf 1674 tot 1967 is bewoond door leden van één familie die elkaar in de tijd opvolgen. Het verhaal begint met het jonge gezin Huijsman, dat in het Hollandse veenweidegebied geen boerentoekomst meer ziet voor hun kinderen. Zij ‘emigreren’ halverwege de 17e eeuw naar de Kop van Overijssel. De middelste van drie zoons, Hendrik, wordt boer-vervener op Kolderveen. De vervening van Zuidwest Drenthe en de Kop van Overijssel blijft altijd in handen van particulieren. Een boer heeft vee, verveent en is vaak ook schipper. Het boek volgt de ontwikkelingen door de eeuwen heen. Dit levert een interessant en levendig beeld op van de tijd waarin de familieleden leefden. Als in 1965 tante Femme overlijdt, eindigt dit familieverhaal in de deftige, oude boerderij op Kolderveen. Na ruim driehonderdvijftig jaar wordt het met alle verhalen die erin geherbergd zijn een Rijksmonument. Het wordt ingrijpend gerestaureerd en gaat met ‘vreemde mensen’ een nieuw leven tegemoet. Eén van die mensen is Pauline Kastelijn, de schrijfster van dit boek.” -o- Pauline Kastelijn werd 1 oktober 1943 geboren in Utrecht en groeide op in Harmelen. Op latere leeftijd begon Pauline met schrijven, in eerste instantie van korte verhalen. Haar verhuizing naar de boerderij in Kolderveen gaf haar de inspiratie om de geschiedenis van deze historische plek uit te zoeken en de vroegere bewoners een gezicht te geven. Met oog voor detail en op een geheel eigen wijze vertelt Kastelijn over de familie die de boerderij eeuwenlang bewoonde. Personen en omstandigheden zijn alle gebaseerd op de historische werkelijkheid. De uitgave van dit boek heeft Pauline helaas niet meer mogen meemaken. De opbrengsten van dit boek gaan naar goede doelen, waaronder stichting Alzheimer Nederland.