dit werk kent de volgende uitvoeringen
Hardback
ISBN9789065544964
verschijningsdatum01/07/2009
verschijningsdatum01/07/2009
Personen
H. Groenewegen
NUR Codes (sub)
640 Kunst algemeen
Michaël Borremans
LUCEBERT is gekend en geliefd om zijn poëzie en om zijn beeldende kunst. Steevast worden deze beide kunstvormen afzonderlijk, en los van elkaar beschouwd. HANS GROENEWEGEN laat in HET HANDSCHRIFT VAN LUCEBERT voor het eerst zien hoe Luceberts overweldigende stroom tekeningen dezelfde bron heeft als de stroom van zijn gedichten. Groenewegen richt zich als eerste beschouwer op deze tweevoudige bron. Hij beschrijft waar beide kunstvormen samenkomen en uiteengaan, hoe ze elkaar verhelderen of verduisteren, verklaren en betekenis geven.
In HET HANDSCHRIFT VAN LUCEBERT schetst Groenewegen een nieuw en overtuigend beeld van de dubbelkunstenaar Lucebert. Niet eerder kon iemand zo zorgvuldig en verhelderend de poëzie bespreken die ontstond na het dichterlijk zwijgen dat meer dan twintig jaar duurde. Onvoorzien blijkt de sleutel tot dit zwijgen in de tekeningen van Lucebert verborgen te liggen. Wanneer het schrijven van de dichter tot stilstand komt, schrijft de tekenaar verder in een intrigerend handschrift.
Uit duizenden goeddeels onbekende tekeningen, die hij in het atelier van de dichter-schilder aantrof, presenteert Hans Groenewegen in HET HANDSCHRIFT VAN LUCEBERT een ruime, niet eerder geziene of gepubliceerde selectie, die licht werpt op Luceberts schrijfkunst. Hij ontrafelt de verbindingen tussen schrijven en tekenen, en toont hun wederzijdse invloed. Groenewegen wisselt besprekingen van belangrijke gedichten af met precieze beschrijvingen van een aantal van de tekeningen. Dit stelt hem in staat de verwantschap tussen poëzie en tekeningen bloot te leggen, en een nieuwe visie te ontwerpen op de lichamelijke taal van Lucebert.
Tussen de tekeningen ontdekte Groenewegen tenslotte het scenario van een film. Lucebert schreef dit scenario in 1988. Het biedt de opzet voor een film waarin hij de kern en de drijfveren van zijn kunstenaarschap zelf zou verbeelden. In Het handschrift van Lucebert onthult Groenewegen dit scenario, waarin Lucebert zich vrij en ondubbelzinnig uitspreekt over de samenhangen in zijn dubbelkunstenaarschap.