Wat zijn de kenmerken van ‘de ideale leider’? Waarom worden bepaalde mensen aangewezen als leider? Wat zorgt ervoor dat bepaalde mensen anderen kunnen overtuigen en inspireren tot het doen van bijzondere dingen, terwijl anderen daarin keer op keer falen? Dit boek vergelijkt klassieke theorieën over retorica als overtuigingsmiddel van Aristoteles, Cicero en Quintilianus met hedendaagse leiderschapsstudies. Het doel van deze vergelijking is bepalen of waardevolle leiderschapskwaliteiten van nu verklaard worden door retorica. Zijn kenmerken die leiders effectief maken gebaseerd op een retorisch effect? Retorica heeft te maken met hoe de spreker overkomt op het publiek, en heeft als kern het overtuigen van toehoorders. Leiderschapsstudies ondersteunen de invloed van persoonskenmerken op wie als leider wordt geprefereerd, wie als leider wordt gekozen en wie effectief is als leider. Er lijkt een overeenkomst te zijn tussen de klassieke theorieën en hedendaagse literatuur. Dit boek probeert inzicht te creëren in de vraag of de overtuigings- en inspiratiekracht, en daarmee de effectiviteit van een leider, wordt bepaald door de kunst van het spreken: retorica.