Gebundeld schrift Op je 82ste nog debuteren met een roman? Kees Wiese deed het. Was met zijn debuutroman Vénavi nog allerminst door zijn – mede door uitgebreide research verkregen – materiaal heen. Gaf eerst in zijn debuutroman – nu in deze bundel – zijn tomeloze fantasie ruim baan. Hij vond in zijn geheugen nog talloze, ooit gehoorde verhalen. Ook dromen en verzinsels. Van hemzelf en van vele anderen. Het inspireerde hem tot rauwe, naturalistische, neo-realistische fictie. Hij hoopt in 2019 83 jaar te worden. Hij schreef al woordjes op achtjarige leeftijd – met griffel op lei – en is blijven schrijven. Kan het niet laten. Hij was ruim veertig jaar dagbladjournalist. Hij bekleedde bij de krant tal van functies: van algemeen verslaggever en parlementair redacteur tot redacteur wetenschappen, van columnist tot commentator. Als journalist schreef hij dagelijks. Moest zich daarbij uiteraard aan de (nieuws)feiten en ware gebeurtenissen houden. Liefst als ooggetuige: voor fictie is in de journalistiek geen plaats, wel voor een groot inlevingsvermogen. Nu – grootvader en ruim twintig jaar met pensioen – debuteerde hij met een roman. Hij herontdekte het sonnet en de drieregelige Japanse haiku. (Eerste regel vijf, tweede zeven, derde vijf lettergrepen). Dwangbuizen, die disciplinerend werken. Een grote woordenschat vereisen. Hij componeerde tevens veel korte verhalen. Nam de uitdaging aan extra korte verhalen (van exact honderd woorden) te schrijven. Een resultaat van dit alles: Gebundeld schrift.