Ingeleid, vertaald en van aantekeningen voorzien door
Hans Tevel en Hans van Reisen
"De evangelist Johannes vliegt als een adelaar hoger dan anderen, laat de duisternis van de aarde verder onder zich en aanschouwt het licht van de waarheid met scherpere ogen," aldus Augustinus (354-430) aan het begin van een van zijn verhandelingen in deze bundel. Die beschrijving laat ons zijn hoogachting zien voor de schrijver van het vierde evangelie. De bisschop van het Noord-Afrikaanse Hippo Regius had voor dit evangelie dan ook een bijzondere belangstelling.
Het literaire resultaat van die persoonlijke interesse is terug te vinden in de 124 verhandelingen over het Johannesevangelie. Daarin wordt de evangelietekst vers-voor-vers overdacht en toegelicht. Augustinus is de enige in de vroegchristelijke Latijnse wereld van wie zo'n commentaar op het volledige Johannesevangelie bewaard is. Zijn beschouwingen bij de evangelietekst kan men op hun beurt ook opvatten als die van een adelaar: Augustinus heeft een scherp oog voor details in het evangelie, die hij vaak een verrassende plaats geeft in zijn uitleg zonder dat hij de grote lijn uit het oog verliest.
In deze bundel zijn de eerste 23 verhandelingen opgenomen. Ze zijn oorspronkelijk als preek gehouden en vormen bij elkaar een aaneengesloten toelichting op de eerste vijf hoofdstukken van het Johannesevangelie. De meeste preken zijn kort na elkaar gehouden. Daardoor geven ze een nauwkeurig en kleurrijk beeld van Augustinus als predikant en pastor. Dit boek biedt van deze preken de eerste volledige Nederlandse vertaling.
Jezus Christus als bron van leven speelt een cruciale rol in de langste verhandeling van de bundel. Daarin staat Jezus' ontmoeting met een Samaritaanse vrouw centraal. Tijdens die ontmoeting vraagt de bron zelf om te drinken! Met Geef mij te drinken wordt dan ook iets uitgedrukt van de verhouding tussen Jezus en wie open durft staan voor de ontmoeting met Hem: de Bron verlangt ernaar onze bron te vullen.