dit werk kent de volgende uitvoeringen
Paperback
ISBN9789035246423
verschijningsdatum22/01/2013
verschijningsdatum22/01/2013
De reeks Politiekunde is een uitgave van het Onderzoeksprogramma Politie &
Wetenschap, een zelfstandig onderdeel van de Politieacademie.
Politie & Wetenschap is ingesteld om een stimulans te geven aan de toegepaste
wetenschappelijke kennisontwikkeling op het gebied van politie en veiligheid,
de daarvoor benodigde kennisinfrastructuur en de daadwerkelijke benutting
van onderzoeksrapporten en -resultaten in politiepraktijk, beleid en opleiding.
Publicaties in de reeks Politiekunde betreffen in het algemeen concrete handleidingen,
modellen, instrumenten of werkwijzen die direct bruikbaar zijn
voor de politiepraktijk. Ze zijn veelal de uitkomst van onderzoek dat is verricht
in het kader van het meerjarige onderzoeksprogramma, de kernactiviteit van
Politie & Wetenschap.
In Van wie is de straat? wordt verslag gedaan van vijf casestudy's die tussen 2006
en 2012 door Bureau Beke zijn uitgevoerd en opgetekend. Het betreft onderzoeken
naar de volgende fenomenen: jeugdige groepsverkrachters, autokrakers
in de binnenstad, een virtuele criminele jeugdgroep, een onaanraakbare jeugdgroep
en overvallers uit het niets.
De casestudy's starten telkens doordat een politiefunctionaris van een regiokorps
het Programma Politie & Wetenschap verzoekt het korps te ondersteunen
in de analyse en/of aanpak van een als ongrijpbaar ervaren veiligheidsof
criminaliteitsfenomeen. Een tweede kenmerk van de verzoeken is dat er in
alle casus bij politiefunctionarissen (wijkagenten, recherchechefs, bureauchefs
of korpsleiding) sprake is van een onderbuikgevoel c.q. niet-pluisgevoel met
betrekking tot het fenomeen.
Voorgaande leidt tot vijf fenomeenonderzoeken die schoolvoorbeelden zijn
van de samenwerking tussen politie en wetenschap. Onderzoekers sluiten tijdens
de fenomeenonderzoeken aan bij politieteams (wijk- of rechercheteams)
om samen en zelfstandig aanvullende onderzoeksactiviteiten en analyses uit te
voeren, en resultaten en opbrengsten op te tekenen.
In alle vijf casus zijn de op voorhand ongrijpbare fenomenen grijpbaar gemaakt.
Dat heeft te maken met de samenwerking tussen politie en wetenschap,
de open houding van de politie en een methodische aanpak. Dit leidt tot verschillende
lessen en opbrengsten voor zowel de wijkpolitie als de recherche.