Ik was toch welgeboren

Eugenie Schumann wordt in 1851 geboren als jongste dochter van het muzikale echtpaar, componist Robert en pianiste Clara Schumann. Zij doet als jonge vrouw in eerste instantie wat van haar wordt verwacht, zoals dat hoort in de elite van het Duitsland van de negentiende eeuw.
Dan ontmoet ze de talentvolle zangeres Fillu met wie ze graag haar leven wil delen. Echter pas na jaren durft ze zich te onttrekken aan de wurggreep van haar dominante moeder en kiest ze voor haar geliefde. Een gewaagde stap, want ze zal in haar eigen onderhoud moeten voorzien, wat voor een vrouw in die tijd ongebruikelijk is.  Daarnaast blijft de beroemde, muzikale erfenis van haar vader  haar achtervolgen, waardoor ze uiteindelijk moet vluchten voor haar leven.
De zware last van haar beroemde muzikale familie, een hartstochtelijke, maar moeizame liefdesrelatie en een psychopathische ex-militair die beweert lid te zijn van de familie. Met de memoires van Eugenie Schumann als uitgangspunt weet René Eijsermans een historische roman te componeren die niet alleen spannend is, maar ook een mooi beeld schept van het Duitsland van Bismarck tot aan de opkomst van het nationaal socialisme.