Tinus is een onstuimige promovendus met een afschuw aan routines en gebondenheid, waar hij zich concessieloos tegen verzet. Nadat hij zijn baas op systematische wijze het bloed onder de nagels vandaan heeft gehaald, wordt hij ontslagen. Tinus verbrandt alle schepen achter zich en vertrekt met zijn altijd tegensputterende maar onafscheidelijke vriend Karel om op zoek te gaan naar een vrij leven. Deze missie drijft Tinus tot extremen. Als de vrienden geïsoleerd raken van de bewoonde wereld is Karel geheel op zichzelf aangewezen om uit te maken of zijn vriend een visionair is of simpelweg knettergek.