Wanneer Gerben van Beyleveld van zijn vader een contract onder zijn neus krijgt geduwd weet hij dat het leventje dat hij tot nu toe heeft geleid voorbij is. Hij is drieëntwintig jaar, heeft een herenhuis in het centrum van Den Haag, rijdt in een Porsche Boxter en heeft nog geen dag in zijn leven gewerkt. De jonge jetsetter heeft vrienden in overvloed en leeft een leven waar de gemiddelde miljonair jaloers op is. Hij is zelfingenomen, bot, arrogant en heeft een sterk narcistische inslag. Omdat Gerben de waarde van geld en oprechte vriendschap niet kent neemt zijn vader een drastische beslissing. Hij stelt een contract op waarin staat dat Gerben drie van zijn vaders goedlopende bedrijven krijgt wanneer hij een opdracht succesvol afrond. De opdracht is simpel; Gerben moet een jaar lang zelfstandig reizen onder bepaalde voorwaarden. Om er zeker van te zijn dat hij zich aan de spelregels houdt stuurt zijn vader iemand met hem mee. De schok is dan ook groot wanneer blijkt dat Gerbens vroegere `beste vriend zijn lot in handen heeft en juist die jongen heeft alle reden om hem te haten. Steeds vaker tijdens de reis bekruipt Gerben het gevoel dat de toevallige ontmoetingen met medereizigers niet zo toevallig zijn als dat zij lijken en dat sommige situaties waarin hij terecht komt niet te voorkomen waren. Hij raakt er van overtuigd dat zijn vader een onzichtbare rol speelt in deze reis en hij wil het zijn zoon niet te gemakkelijk maken.. Raymond Pouw (1976) schrijft al sinds groep 3 van de basisschool. Eerst alleen woordjes maar later ook hele volzinnen. Niet zelden wordt deze Haagse auteur in één adem genoemd met John Grisham, Saskia Noort en die bekende auteur van al die spionageboeken. Tot nu toe alleen nog door hem zelf maar daar gaat zijn debuut verandering in brengen.