Sneeuwitje, Doornroosje, Roodkapje. Dat zijn de sprookjes waar ik altijd in heb geloofd en de reden waarom ik heel mijn leven op mijn prins op het witte paard heb gewacht. Inmiddels ben ik vijfendertig en wacht ik nog steeds. Sprookjes… wat een onzin eigenlijk. "Ze leefden nog lang en gelukkig” stamt uit de tijd dat de mensen gemiddeld 30 werden. Het is verdorie de eenentwintigste eeuw en ik moet mezelf maar eens leren redden. Maar dan kom ik hém tegen. Hij is van alles, maar zeker geen prins op het witte paard. Hij is een womanizer. Een player eerste klasse. Een jonge viriele hond die alleen maar aan zichzelf denkt. Een klootzak die om de een of andere reden een hekel aan mij heeft, dat is overduidelijk. Hij is precies het tegenovergestelde van wat ik altijd geloofd heb een prins zou zijn. Want hij houdt ervan mij te ontregelen. Hij geniet ervan als mijn mascara uitloopt en mijn haar door de war zit. Maar als hij de prins niet is, wie is hij dan wel? Misschien is hij wel de slechterik in dit verhaal...