Met bijdragen van: Hilli Arduin, Frida Doma-cassé, Giselle Ecury, Eugènie Herlaar, Alida Kock, Joan Leslie, T. Martinus, Olga Orman, Collin Schorea, Lambertha Souman, Richard de Veer, Wendela de Vries en Natalie Wanga.
De Antilliaanse schrijversgroep Simia Literario onderneemt in Wie ik ben / Ta ken mi ta een indringende zoektocht naar identiteit. De 13 gebloemleesde auteurs zetten hiermee een tocht voort die zowel in het Caribisch gebied als in de Antilliaanse 'diaspora' in Nederland al vele de-cennia geleden is begonnen en nog steeds niet ten einde is, niet in de laatste plaats omdat de naweeën van de koloniale en postkoloniale tijd nog altijd voelbaar zijn.
Vanwege het feit dat zij in Nederland leven en niettemin een verbondenheid voelen met het vaderland overzee overschrijden zij in hun werk op natuurlijke wijze de diffuse scheidslijnen van de culturen die zij in zich meedragen.
Hun situatie verschilt in hoge mate van Antilliaanse dichters die altijd 'thuis' zijn gebleven, in hun Caribisch vaderland. Dichters als Pierre Lauffer en Elis Juliana hebben immers niet de cultuurschok hoeven ondergaan van migranten, die zich op 'vreemde' bodem met een andere cultuur hebben moeten verzoenen en, tot op zekere hoogte, identificeren.
Wie ik ben / Ta ken mi ta draagt alle kenmerken van een complexe, Creoolse creatie. Het steeds van kleur en sfeer wisselende existentiële landschap wordt ontsloten door wegen die, dankzij de zeer toegankelijke en uitnodigende literaire bijdragen, de met zorg gemaakte vertalingen/bewerkingen uit het Papiaments, de inleidende tekst en de verklarende noten, de lezer mee zullen nemen op een verrassende verkenningstocht van de Antilliaanse migrantenziel.