Op 11 november 1918 zwijgen de kanonnen aan het westelijk front. Het kruim van de Belgische historici legt uit hoe België na vier jaren van oorlogsellende moeizaam de rug rechtte.
Heel wat steden en dorpen zijn verwoest en de Belgische kustregio is herschapen in een heus maanlandschap. Fabrieken zijn geplunderd, spoorwegen en havens vernield. Er heerst grote werkloosheid en ziektes verzwakken de bevolking. Het voedseltekort is acuut. Ook de menselijke tol van de Eerste Wereldoorlog is hoog: de samenleving rouwt. De doden worden herbegraven en hun namen verschijnen op oorlogsmonumenten. Duizenden oud-strijders, verminkte soldaten, rouwende ouders, jonge weduwen en wezen dragen de oorlogstrauma's hun hele leven met zich mee.
En toch maakt ook België al snel de overgang naar de roaring twenties: het kleurrijke, frivole, flitsende, roerige decennium dat gekenmerkt wordt door de opkomst van de avant-garde, de jazz, de flapper dresses en moderne media zoals radio, film en fotografie. Het contrast met de verschrikking van de oorlog is enorm. In dit exhaustieve en verrassende naslagwerk brengen toonaangevende militaire, politieke, sociale en cultuurhistorici het langzame herstel en de diepgaande transformaties van België na de Eerste Wereldoorlog in kaart. Het boek is rijk geïllustreerd met uniek beeldmateriaal: historische foto's en iconische objecten die de jaren 1920 vorm gaven.
Met bijdragen van Michaël Amara, Franky Bostyn, Christoph Brüll, Erik Buyst, Rik Coolsaet, Jeroen Cornilly, Karolien De Clippel, Matthijs de Ridder, Luc De Vos, Wannes Devos, Géry Dumoulin, Manuel Duran, Emmanuel Gerard, Kevin Gony, Serge Jaumain, Michel Jaupart, Chantal Kesteloot, Catherine Lanneau, Delphine Lauwers, Enika Ngongo, Marc Reynebeau, Martin Schoups, Serge Servellón, Tom Simoens, Jean-Michel Sterkendries, Jan Van der Fraenen, Christine Van Everbroeck, Laurence van Ypersele, Piet Veldeman en Antoon Vrints.