De rode meeuw

De gewiekste kapitein Bruinbaard weet door middel van zwarte magie een tijdsportaal te openen, waardoor hij een sprong van 333 jaar in de tijd maakt. Zijn schip en bemanning verdwenen in 1680, maar duiken plots in 2013 op in een baai aan de Bahamas.
Niemand lijkt de legende van De Rode Meeuw serieus te nemen, behalve Elizabeth, de zeventienjarige dochter van de vuurtorenwachter. Het meisje is gefascineerd door piraten en ziet het schip weer opduiken in de baai.
Ze wordt als eerste slachtoffer ontvoerd door de boekaniers en weet zich met haar hedendaagse kennis uit de slag te slaan.
Een deel van de bemanning stond op het punt te ontsnappen aan te terreur van Bruinbaard. Elizabeth komt in het complot terecht, nadat ze onder de indruk geraakt van de eigenzinnige Robin en zijn gezelschap. Elk van de overlopers heeft zijn reden om de kapitein te haten. Ze neemt haar nieuwe vrienden mee naar huis, wat tot confrontaties leidt.
De piraten moeten vaststellen dat de tijden veranderd zijn en ze met hun magie tegen moderne technologie moeten opboksen.
De commissaris voelt zich machteloos tegen een vijand, waar hij geen vat op krijgt en die de buurt terroriseert.