Personen
Frank Schaake
Bureau Haags
NUR Codes (sub)
320 Literaire non-fictie algemeen
Chasing Black Gold
Brieven van H. N. Werkman 1940-1945
Het Frankrijk van de Tour & de Tour van Utrecht
Collega's van God
Uitvoerige samenvatting: Ida Sipora Hoe een onbekend leven leidde tot een beroemde dood De vrouw die Jan Wolkers inspireerde tot het levenseinde van Olga in Turks Fruit Ida Sipora is een jonge onafhankelijke vrouw die als fotografe en dichteres woont en werkt in het Parijs en Amsterdam van de jaren '50 en '60 van de vorige eeuw. Zij raakt in 1960 bevriend met Jan Wolkers. Ida's plotselinge levenseinde is voor hem de directe inspiratiebron om hoofdpersoon Olga in Turks Fruit ziek te laten worden en dood te laten gaan zoals dat in het boek (en in de film) gebeurt. De proloog (de derde vrouw) beschrijft hoe Wolkers pas tegen het eind van zijn leven in bredere kring openbaart dat Ida Sipora de derde vrouw is waarop hij hoofdpersoon Olga uit Turks Fruit heeft gebaseerd. Naast de twee vrouwen waarvan dat al langer bekend was: zijn tweede echtgenote Annemarie Nauta en zijn toenmalige nieuwe vriendin Karina Gnirrep, met wie Wolkers jaren na het schrijven van Turks Fruit ook trouwen. Het boek Ida Sipora is opgebouwd uit vier delen, die elk de naam dragen van een door Ida geschreven gedicht. De hoofdpersoon komt in het boek ook zelf aan het woord; in de vorm van teksten uit dagboek-aantekeningen, brieven, gedichten en interviews. deel 1 (klein mank paradijs) beschrijft Ida's jeugd tot en met haar eerste jaren als leerling-fotografe in Amsterdam. Ida kent weinig nestwarmte in haar jonge jaren. Omdat haar Joodse moeder in de oorlog moet onderduiken en haar ouders in gevecht zijn om de voogdij, woont Ida in de eerste vijftien jaar van haar leven op zes verschillende adressen. Afwisselend verblijft zij bij haar moeder, haar oom en tante, in het gezin van haar hertrouwde vader, opnieuw bij haar moeder en uiteindelijk woont zij als 15-jarige alleen op kamers. Daar besluit zij om haar leven in eigen hand te gaan nemen, om niet langer afhankelijk te zijn van anderen, en zeker niet van ruziemakende ouders. Vanaf haar 16de zorgt Ida voor haar eigen inkomen, ze werkt in Amsterdam respectievelijk als winkelbediende en etaleuse. Ze sluit dierbare vriendschappen in de hoofdstad en ontmoet er haar eerste grote liefde. Maar Ida wil andere talen leren spreken en andere culturen leren kennen, en de benauwende wereld van haar ouders ontvluchten. Vanaf haar 18de begint zij aan een zelfgekozen zwervend bestaan. Zij woont en werkt enige jaren als au pair en gouvernante in Londen, Parijs, Fez en Madrid. Aan de rand van de woestijn in Marokko besluit Ida dat zij van fotografie haar beroep zal gaan maken. Zij keert daarom op haar 21ste terug naar Amsterdam en begint er als leerling-fotografe bij de gerenommeerde Fotostudio Lemaire & Wennink. Het zijn de jaren waarin Ida ook haar eerste gedichten gaat schrijven. In sommige ervan klinkt dan al door dat zij het voorgevoel heeft dat zij misschien niet zo heel lang zal leven. In deze tijd krijgt zij een korte en heftige relatie met een dichter die tevens kunstschilder is, maar ook alcoholist. deel 2 (een stille zekerheid) beschrijft Ida's jaren als fotografe in Parijs en Amsterdam. Het is de periode van Ida's 22ste tot en met haar 25ste levensjaar. Na een moeilijke start in Parijs is dit professioneel gezien haar bloeiperiode. Diverse van Ida's gedichten worden gepubliceerd en haar foto's en begeleidende verhalen worden steeds vaker opgenomen in landelijke kranten en tijdschriften. Ook wordt zij als jonge veelbelovende kunstenares regelmatig geïnterviewd. Haar benedenbuurman in Amsterdam is de jonge schilder Armando. Ida maakt foto's van hem die gebruikt worden bij de aankondiging van zijn eerste grote schilderijententoonstelling. Zij maakt ook een fotoserie van Ramses Shaffy die - naast zijn acteurswerk in Nederland - in het weekend in Parijs als straattekenaar bijverdient. Ida heeft zelf ook een bijbaan, als serveerster in het kunstenaars-eethuis De Groene Kalebas. Het gaat Ida in deze periode goed. Zij heeft het gevoel dat ze haar draai in haar werk en in haar leven wel zo ongeveer heeft gevonden. Op één gebied gaat het echter niet zoals zij wil, en dat is in de liefde. Ze is verliefd op een zes jaar oudere Parijse kunstschilder. Ze noemt hem Ourson (Beertje). Hij vindt haar wel leuk, maar wil haar liefde niet echt beantwoorden. In een drie jaar durende moeizame af en aan relatie voert het onmogelijke van hun romance eigenlijk steeds de boventoon. Uiteindelijk keert Ida in 1960 terug naar Amsterdam om er, naast haar werk als fotografe, te gaan studeren aan de Filmacademie. Het is in deze periode dat Jan Wolkers en Ida Sipora elkaar ontmoeten en zich tussen hen een voor beiden belangrijke vriendschapsrelatie ontwikkelt. Zij herkennen de kunstenaarsziel in elkaar en ontdekken dat zij in hun werk op een vergelijkbare manier op zoek zijn naar liefde, schoonheid en stilte. deel 3 (dit hart is op) beschrijft de periode van Ida's 26ste tot en met haar 28ste levensjaar. Het is de periode waarin zij na een 'met lof' afgesloten eerste jaar aan de Amsterdamse Filmacademie enthousiast en verwachtingsvol aan haar tweede studiejaar begint. Ze heeft een nieuwe vriend en maakt plannen om zich na haar afstuderen in Rome verder in het maken van films te gaan bekwamen. Al snel blijkt echter dat er met Ida's gezondheid iets fundamenteel mis is. Ze krijgt steeds vaker last van hoofdpijnen. Het is een tijd lang niet duidelijk wat er precies aan de hand is. Ida schrijft in deze periode heel veel gedichten die voor een deel gaan over het gevoel dat haar leven misschien al snel voorbij zal zijn. Het eerste vermoeden van een hersentumor wordt uitgesproken en Ida vraagt zich af of ze zich wel wil laten opereren, wanneer ze inderdaad een tumor zou hebben. De kans op een normaal leven na zo'n operatie lijkt erg klein te zijn. Na een bijzonder verwarrende periode waarin Ida de controle over haar eigen leven kwijt raakt, wordt ze uiteindelijk geopereerd. Ze zal daarna niet meer normaal kunnen functioneren. Jan Wolkers heeft veel van de gebeurtenissen in het laatste hoofdstuk van zijn boek Turks Fruit ontleend aan deze ingrijpende periode uit Ida's leven. Zij zal na haar operatie nog anderhalf jaar met een sterk veranderde identiteit voortleven, maar kan eigenlijk niets anders dan vegeteren en wachten op de dood. In januari 1964 verlaat Ida's lichaam deze wereld, nadat haar geest daar eigenlijk al eerder uit was verdwenen. Vooral door de onmogelijke relatie tussen haar ouders wordt de begrafenis van Ida Sipora een bizarre bijeenkomst. In deel 4 (reikend naar kostbaarheid) wordt onder andere beschreven hoe naaste familieleden op de ingrijpende terminale ziekteperiode en de dood van Ida reageerden. Dit deel begint met een beschrijving van de herinneringen die de auteur zelf aan zijn halfzuster heeft nadat zij, toen hij vijf was, door echtscheidingsperikelen uit zijn leven verdween om er daarna nog maar heel af en toe in terug te keren. In de epiloog wordt nagegaan hoe Ida, zowel tijdens haar leven als na haar dood, een inspiratiebron was voor velen. Er wordt een radio-uitzending aan haar gedichten gewijd en er verschijnen drie romans waarin delen van haar leven worden beschreven. Dat zijn respectievelijk Turks Fruit (1969) van Jan Wolkers en de romans Een trouw Mariakind gaat nooit verloren (1971) en Negenenveertig Beren (1975) van Ida's vriendin Helen Mellaart. Hierna volgt nog een hoofdstuk biografie van deze biografie, waarin een veertien jaar durend proces wordt beschreven. Veertien jaren waarin de auteur aanvankelijk helemaal geen boek wilde schrijven, maar uiteindelijk toch enthousiast werd om dat wel te gaan doen, na zijn medewerking aan een televisie-uitzending in 2012 over de achtergronden van Jan Wolkers' roman Turks Fruit. Het boek Ida Sipora eindigt met twee fotokaternen waarin selecties zijn opgenomen van foto's die door Ida Sipora zelf zijn gemaakt en foto's die gemaakt zijn van haar en haar leefwereld.