Eugen Drewermann (1940), theoloog, psychotherapeut en succesvol schrijver in Duitsland, zet in dit boek de theologie weer met beide benen op de grond en brengt haar terug naar wat Jezus van Nazaret voor ogen stond en naar wat het christendom werkelijk wil zeggen.
Drewermann bekritiseert in heldere bewoordingen de overtuiging die in de kerkgeschiedenis overheerst, namelijk dat objectief vastgesteld kan worden hoe we God moeten begrijpen en wat de verlossing door Christus betekent. Van zijn kant benadrukt hij het mythische karakter van al onze religieuze voorstellingen.
In zijn baanbrekende benadering krijgen begrippen als schepping, verlossing en opstanding een zinvolle betekenis. Het boek biedt de lezer een heroriëntering van de theologie. Het is onmisbaar voor iedereen die een beter en dieper zicht op geloven wil krijgen.