dit werk kent de volgende uitvoeringen
Paperback
ISBN9789462540187
verschijningsdatum21/07/2015
verschijningsdatum21/07/2015
De naamsverklaring van Schinnen, waartoe Wolfhagen en Nagelbeek behoren, is als volgt: ca. 1175 Schinne, 1208 Scinne, 1211 Skines. Oorspronkelijk een waternaam, verwant met skîn- ‘schijnen, schitteren’. Een andere theorie gaat ervan uit dat Schinnen in 54 BC bekend was, als een Romeins volk bekend als Sunici, Schineks, oftewel Scynne, denkend aan de plaatsnamen: Schinnen, Schin-op-Geul, Schinveld, Schinheuvel (veldnaam bij Reuver), Sinnich en Opsinnich bij Teuven en Schinroth de oude naam voor Schimmert. In de 19e eeuw noemt de lokale historicus Damoiseaux het restant oerbos het ‘Hondskerkerwoud’: De naam ‘Hondskerk’ dateert echter als zodanig pas uit de 18e eeuw. Vóór 1750 stond deze streek vermeld als Honsfort. ‘Fort’ is afgeleid van ‘voort’: ‘plaats waar voertuigen door het water rijden’. ‘Honds’ is afgeleid van ‘hon’ (met de variant ‘hun’) dat ‘stilstaand water, poel of moeras’ betekend. Men beschouwde het als een heidense cultusplaats, een zonne-heiligdom, waar de priesters(essen) de baan van de zon volgden om de feestdata te kunnen bepalen. Hij schreef het heiligdom toe aan de godin ‘Sunixsalis’. Anderen zagen het als een voor- of vroeghistorische begraafplaats.