Door zijn werk als remedial teacher op een islamitische basisschool komt de schrijver dagelijks in aanraking met moslims en de islam. Omdat hij deze beter wilde begrijpen, ging hij de Qor'an lezen. De bestaande Nederlandse vertalingen bevielen hem echter niet, vooral omdat ze naar zijn mening vaak slecht lopen. Hij besloot daarom een nieuwe vertaling te maken die wel aan zijn eisen zou voldoen: getrouw aan het origineel èn in goed lopend, waar mogelijk hedendaags Nederlands. Dat is deze vertaling geworden. Er is voor gekozen om de qor'anhoofdstukken in chronologische volgorde te plaatsen. Daardoor wordt zichtbaar hoe Mohammeds missie zich ontwikkelt: in Mekka is hij vooral de profeet die de Arabieren een nieuwe godsdienst verkondigt, eenmaal in Medina ontwikkelt hij zich ook tot staatsman, die zich onder meer met wetgeving bezighoudt. Voor deze vertaling is onder meer gebruikgemaakt van het werk van twee middeleeuwse en twee twintigste-eeuwse qor'anexegeten. De vertaling bevat een literatuurlijst, verklarende aantekeningen en een naam- en zaakregister. Waar verhelderend worden vergelijkingen gemaakt tussen Qor'an, Bijbel en Thora.