dit werk kent de volgende uitvoeringen
verschijningsdatum13/10/2007
Philip Kooke
Ik laat je nooit in de steek
Hoe mijn vader alzheimer kreeg en
veranderde van patiënt in prooi
Bij Phil Kooke, de alleenstaande vader van Philip Kooke, wordt op z'n 64ste
alzheimer vastgesteld. Gelukkig heeft Phil vrienden en familieleden die zich over hem
ontfermen. Hij belooft zijn zoon nooit in de steek te laten. En Philip zijn vader niet.
Phil lijkt een alzheimerpatiënt als vele anderen.
Dan gaat het mis. Phils karakter en zijn gedrag veranderen ingrijpend. Hij raakt
panisch van angst bij de gedachte eenzaam en onverzorgd achter te blijven. In deze
kwetsbare gemoedstoestand krijgt hij steun van een ex-vriendin. Phil wordt volledig
afhankelijk van haar. Geleidelijk isoleert ze hem van zijn familie en beste vrienden.
De patiënt is prooi geworden. Als hun geheimgehouden huwelijk aan het licht komt,
blijkt de patiënt niet alleen beroofd van zijn waardigheid, maar ook van zijn kapitaal.
Actueel, persoonlijk boek over een steeds vaker voorkomend
fenomeen: misbruik van een Alzheimerpatiënt
Ik laat je nooit in de steek is het persoonlijke verhaal van een zoon die buiten zijn wil
om steeds verder van zijn vader verwijderd raakt. Philip Kooke schrijft over het
proces van ongeloof, twijfel, verdriet, woede en machteloosheid, en over hun
onaantastbare vertrouwensrelatie die veranderde toen zijn gezonde vader een
alzheimerpatiënt werd, losgerukt uit zijn omgeving. Een blunderende notaris, een
accountant met carte blanche en een weifelende huisarts maakten de situatie mede
mogelijk
Philip Kooke (1968) is journalist en commentator bij NOS Studio Sport. In 2004
verscheen zijn boek Grote jongens zijn! De woelige weg naar een olympische
hockeymedaille
Mijn vader pakt een briefje uit zijn borstzak. 'Magda heeft een brief geschreven, met
de beste bedoelingen. Lees maar, ze bedoelt het echt goed.'
Als ik het gelezen heb, kijk ik naar hem, maar hij ontwijkt mijn blik. 'Pa, dit is uit
jouw naam geschreven! Door Magda!' Hij kijkt me niet-begrijpend aan.
Wanhopig ga ik wijdbeens voor hem zitten, zodat ik goed tot hem doordring. 'Pa, er
staat: "ik houd van haar", dus Magda heeft namens jóú geschreven dat jíj van Magda
houdt. Jij hebt dat nog nooit uit jezelf gezegd over haar. Dat is toch gek!'
Hij trekt een beetje met zijn gezicht, dat rood wordt. Hij begrijpt nog steeds niet wat
ik bedoel, gebaart hij. Dan kijkt hij uit het raam, haalt zijn schouders op en zegt: 'Nou
ja, ze probeert het nu toch! Wat erin staat, klopt wel.'