Witte olifant

Babu, een Nepalees straatkind, vindt een magisch boek. Hij wil er alles voor doen om een groot en machtig tovermeester te worden, zelfs al moet hij er een duistere demon voor oproepen. Maar de demon heeft zijn eigen plannen. Vijandige legers nemen het Nepalese koninkrijk in en Babu moet een kant kiezen. Hoge bergpieken beschermden het koninkrijk sinds het begin der tijden tegen de invallen van wrede nomaden. Hun snelle paarden verdronken in de oneindige zee van sneeuw. In het noorden echter schuilt een nieuw en onbekend gevaar. Daar wachten de Rode Legers achter de hoge passen op een teken van de Grote Leider. 
Tegen dit decor speelt zich het verhaal af van Babu en zijn vrienden, kinderen van de straat.