De Poort naar het Westen

Twee eeuwen geleden verlieten Meriwether Lewis en William Clark St. Louis om Amerika te verkennen. Zij lieten een paar prachtige en beroemd geworden dagboeken na met levendige beschrijvingen van het Amerika van begin 19e eeuw. Zij kwamen in contact met vele Indianenstammen met aansprekende namen als de Mandan, de Sioux, de Shoshones en de Nez Perce.

Het leek Jaap Schipper en Joke de Vree twee eeuwen later een magisch idee om diezelfde route te volgen. Nu hadden zij heel wat minder tijd, slechts vijf weken, maar zij konden gebruikmaken van hedendaagse uitvindingen als het vliegtuig en de auto.

Ze reisden langs de Missouri en de Yellowstone, over de Rocky Mountains, langs de Salmonriver en de Columbia tot aan de westkust. Dwars door het gebied dat ten tijde van de expeditie nog voor een groot deel terra incognito was, onontgonnen en nog maar net op papier behorend tot de Verenigde Staten, zoekend naar een echo van de reis van toen.

Lewis & Clark bevoeren rivieren met stroomversnellingen en watervallen en moesten soms zwaar bepakt door onherbergzame gebieden lopen of te paard gaan. Zij moesten zelf hun weg vinden in een tijd dat er geen sneller vervoermiddel was dan het paard en geen doelmatiger dan een boot op een rivier. Voor Jaap Schipper en Joke de Vree waren de wegen gebaand, terug te vinden op kaarten en meestal van asfalt. Anders dan de expeditie reisden zij alleen heen en niet terug. De beschrijving in dit boek van de heroïsche reis van de kapiteins gaat mede om die reden hoofdzakelijk over de heenweg.

Dit boek is niet alleen een verslag van hun eigenlijke reis maar ook en misschien wel net zo veel van een reis die veel langer geduurd heeft, een reis door de literatuur over Lewis & Clark, zowel in boek en geschrift als virtueel op het internet. Het is een uitermate onderhoudend boek geworden, getuigend van een ruim historisch besef, met vaart en humor geschreven.