dit werk kent de volgende uitvoeringen
verschijningsdatum04/03/2026

Het werk van de dichter Federico García Lorca (1898-1936) is vaak omschreven als ‘geniaal’. Teder als een schelp op het strand. Onschuldig als een droevige glimlach. En als een boom van vuur geworteld in de diepe aarde. In nauwelijks achttien jaar tijd wist Lorca traditie en vernieuwing te verbinden. Impressionistische suites staan naast apocalyptische zangen die schatplichtig zijn aan het surrealisme. Vertederende liedjes naast scherpe aanklachten. Zigeuners staan met opgericht hoofd naast trotse zwarten en homoseksuelen.
Lorca herhaalt zichzelf nooit, en zijn poëzie is veelvormig en complex. Hijzelf wordt beschouwd als een van de invloedrijkste modernistische dichters. Hij ontwierp een unieke poëtische taal die met elke lezer aan de haal gaat. In deze ‘mooiste van Lorca’, uit deze scheur in de nacht, vloeien verzen die geen liefhebber van poëzie ongelezen mag laten. Lorca, resoluut en verleidelijk, richt zich in deze bloemlezing opnieuw tot het leespubliek en de wereld: kunnen woelige tijden zonder poëzie?