Na een schijnproces laat prins Maurits van Oranje-Nassau op 13 mei 1619 Johan van Oldenbarnevelt onthoofden. De prins verbreekt bovendien zijn belofte aan de oude staatsman diens familie verder ongemoeid te laten: hij pakt de zonen, Reynier en Willem hun banen en landgoederen af en verbant schoonzoon Cornelis van der Mijle, lid van de Raad van State, naar het onherbergzame eiland Goeree. Deze onrechtvaardige daden zetten kwaad bloed bij Willem. Samen met andere opstandelingen bereidt hij in het diepste geheim een aanslag voor. Maar de opstandelingen zijn niet de enigen die het op de zoon van Willem van Oranje gemunt hebben… Na zijn vorige roman Scheyn brengt auteur Frans van Schaik opnieuw een relatief onbekende episode uit de vaderlandse geschiedenis op boeiende wijze tot leven.