Thérèse van Lisieux is één van de meest gekende en geliefde spirituele figuren ter wereld. Zij is iemand met een universele en actuele boodschap, al is die boodschap bedolven onder soms overladen, vrome taal. Liefhebben, altijd liefhebben en enkel liefhebben, met de eenvoud van een kind en de kracht van een martelaar, vooral met een oneindig vertrouwen dat je aanvaard en gedragen bent. Moedige liefde, intelligente liefde — hoe klein, zwak of gebroken je ook bent. Waar het ideaal van het menszijn soms onbereikbaar wordt voorgesteld, daar toont Thérèse een weg die zelfs de broze mens kan gaan. Dit boek biedt een chronologisch geordende keuze van teksten uit de geschriften van Thérèse. Ze tonen haar als een wijze vrouw en een mystiek bewogen christen. De teksten worden kort ingeleid, in haar leven gesitueerd, en in voetnoten verduidelijkt. ‘Ik kan geen angst hebben voor een God die zich zo klein heeft gemaakt… die slechts liefde en barmhartigheid is.’ Thérèse van Lisieux (Alençon 1873 - Lisieux 1897) trad op jonge leeftijd in de contemplatieve kloosterorde van de Karmel in. Uiterlijk onopgemerkt liet ze bij haar vroegtijdige dood aan tuberculose geschriften na die op korte tijd grote weerklank vonden. Ze werd in 1925 heilig verklaard en in 1997 tot kerklerares uitgeroepen.