Revoltes, onlusten, opstand en rebellie waren in het Zuid-Amerika van de jaren zestig aan de orde van de dag. Smeulend oud zeer tussen militairen onderling of opstandige linkse groeperingen, oplaaiend verzet en oproer deden de vlam met regelmaat in de pan slaan. In Colombia en Guyana, op Santo Domingo, in Venezuela of op Curaçao, ergens klonk steeds weer de ogenschijnlijk niet tot zwijgen te brengen roep tot verzet tegen de zittende macht.
Het Rupununi District in Guyana werd in naam geregeerd vanuit Georgetown, in de praktijk maakten twee familieclans, de Harts en de Melvilles, er de dienst uit. Toen de regering een groot aantal nieuwe setters uit Barbados en Jamaica wilde toelaten, kwamen de clans in opstand. De Venezolaanse regering kampte ondertussen met haar eigen binnenlandse onlusten. Op Curaçao liep een loonconflict, gevoed door een reeds lang voortkabbelende toestand van onrust, in 1969 geheel uit de hand. Er werd massaal geplunderd en gebrand, oorlogsbodems wachtten dreigend achter de horizon op orders en de Koninklijke Marine werd te hulp geroepen om de rust te doen weerkeren. Het resultaat was een uiterlijk vertoon van orde, een drogbeeld van sereniteit want de diepere oorzaak, de misère die voor grote groepen niet anders dan dagelijkse kost was, werd wederom doodgezwegen.
Tom Smeulders werd in 1947 uit Surinaamse ouders op Curaçao geboren. Door een grote interesse voor de Curaçaose geschiedenis en voor de Nieuwe Tijd werd ook Kiki Daan, net als zijn eerste boek Veerle, een historische roman.