Het negenjarige meisje Nura en haar ouders, Aramese christenen, zijn gevlucht uit de oorlog in Syrië. In Nederland komen zij in contact met de oude Lucas, die tot dan toe altijd genoeg had aan zichzelf en zijn geloof in God. Hoewel hij nooit veel van kinderen moest hebben, krijgt hij een bijzondere band met Nura. Zij vertellen elkaar hun grootste geheim.