Hoog in de bergen van Sumatra komt in 1932 Annie Hermsen ter wereld. Al op haar derde zit ze op een internaat, twee dagen reizen van de theeonderneming van haar vader. Dat het einde van de Nederlandse overheersing in Indië aanstaande is en dat Japan bezig is haar expansiedriften richting Zuidoost-Azië nauwkeurig voor te bereiden, daar heeft het gros van de Nederlanders geen weet van. Annies leventje verandert drastisch als Indië in sneltreinvaart onder de voet wordt gelopen. Na drieënhalf jaar van ontberingen in vier interneringskampen, in totale onwetendheid over het lot van haar vader en de rest van de familie breekt na de bevrijding de angstige Bersiap-periode aan. Een kind in de oorlog loopt littekens op. Het weerhoudt Annie er niet van de draad van het leven op te pakken. Op tienerleeftijd maakt ze ingrijpende, levensbepalende keuzes.