Na de scheiding van zijn ouders verhuist Andries Tonnissen met zijn moeder en zusje naar de Vogezen, waar hij een liefde voor bossen ontwikkelt. Als student zoekt hij zijn vader in Drenthe weer op die hem vertelt over de gronden die hun familie vroeger in bezit had. Andries’ grote droom is die familiebezittingen terug te krijgen om er nieuwe bossen te planten waarmee hij de klimaatverandering wil keren. Hij deelt zijn passie met Isalda, een Portugese die voor een bosbedrijf werkt dat in Mozambique wil investeren. Ze krijgen een relatie en samen bezoeken ze dat land waar ze een hachelijk avontuur beleven. Terug in Nederland gaat hij onverschrokken door om zijn ambities waar te maken maar krijgt hij te maken met een grote verrassing en tegenwerking vanuit zijn eigen familie. Een ontmoeting waarbij ook het verleden van Isalda’s familie een rol speelt, zorgt voor een ommekeer. Jos Schouwenaars laat in zijn verhalen zijn ‘Wageningse’ achtergrond goed herkennen, gebruik en beheer van grond vormt hierin een terugkerend thema. In 2019 kwam zijn eerste verhalenbundel uit, Rumoer om moerassen. In 2020 volgde zijn roman Mannen in Modderland. Het zijn verhalen over waterbeheerders in veengebieden, een vakgebied waarin de auteur zich na zijn studie Cultuurtechniek en Hydrologie in Wageningen internationaal heeft onderscheiden. Hij was vijftien jaar werkzaam aan de universiteiten van Wageningen en Groningen en die van Maputo in Mozambique. Later werkte hij als adviseur bij waterschap Fryslân. Hij is auteur van een groot aantal vakpublicaties in tijdschriften, boeken en vakbladen. De auteur is in 1954 geboren in het bosrijke Boxtel en woont al vele jaren in het weidse veenweidegebied van Fryslân.