1994 - de laatste weken van de zomervakantie. Voor de veertienjarige Harold lijkt die nog net iets langer te duren dan voor zijn jongere broer, Carl. Doordeweeks bij opa en oma geparkeerd, valt er vooral voor Harold weinig te beleven. Gelukkig worden beide broers elke zondag op sleeptouw genomen door de eigengereide Peter, een klasgenoot van Harold. Door een bijzondere vondst in een verlaten huisje, komt hun verknipte driehoeksverhouding echter onder spanning te staan.