Een kabinetsmedewerker, arbeider, zanger, vastgoedmagnaat, schoondochter, veiligheidsagent, poolreiziger en zieneres beleven elk hun eigen Valentijnsdag. De ene bereidt nerveus een persconferentie voor, een ander worstelt met haar gerenommeerde schoonfamilie, iemand stak net te voet de Zuidpool over. Acht levens die zich los van elkaar afspelen, maar ook weer niet. Voortgestuwd door een gedeeld oerverlangen (laten we het liefde noemen – het is er tenslotte de dag voor) veroorzaken zij golven en rimpeltjes die over de hele wereld rollen en zo ook Stijn bereiken, een jongen gefascineerd door de gouden plaat aan boord van ruimtesonde Voyager en tot over zijn oren verliefd op het mooiste meisje van de wereld.
In negen hoofdstukken schetst Stijn Vranken de gebeurtenissen die zich al dan niet werkelijk afspeelden op 14 februari 1990. Deels gebaseerd op krantenartikels en beeldfragmenten, deels ingevuld met veronderstellingen en flagrante onwaarheden. Een tango van feit en fictie, in een fascinerend en met humor geschreven romandebuut over elke mens die ooit heeft bestaan.