Centraal in het Aziatisch Paviljoen van het Rijksmuseum staat een bronzen godenbeeld van Nataraja, de dansende Shiva. Al de eerste keer dat Alexander Reeuwijk het middeleeuwse beeld uit Zuid-India zag staan, raakte hij erdoor gefascineerd. Zodanig dat hij besloot op onderzoek uit te gaan. Hij bezocht bibliotheken en archieven, musea en tempels, en consulteerde experts in binnen- en buitenland om het beeld letterlijk en figuurlijk zo dicht mogelijk op de huid te zitten.
Parallel aan deze zoektocht portretteerde Reeuwijk een hedendaagse familie van Zuid-Indiase beeldenmakers bij wie hij de afgelopen jaren veelvuldig verbleef.
Oog in oog met de goden is een saga van vier generaties die zich staande proberen te houden op het Indiase platteland, dat met ongekende kracht de moderniteit in wordt gekatapulteerd, terwijl zij prachtige bronzen beelden blijven maken.