In 1884 kregen Anna Noordmans en Hantje van Dijk verkering. Totdat ze in 1890 trouwden, hebben ze met elkaar gecorrespondeerd. De correspondentie geeft niet alleen een boeiend beeld van de ontwikkeling van een liefdesrelatie. De brieven van Anna weerspiegelen daarnaast het geestelijke en kerkelijke klimaat in de naschemer van het (Friese) Reveil. Die van Hantje geven ook een goede indruk van het reilen en zeilen van de Vrije Universiteit in haar begintijd. Een aansprekend kerkhistorisch boek over twee geliefden met veel historisch fotomateriaal.