Als missionaris van Mill Hill werkte Ben Beemster (geb. 1935) van 1960 tot 1996 in Oeganda en in het geïslamiseerde noord-Kameroen. Vooral in dat laatste land werd hij, naar eigen zeggen, ‘opnieuw geboren’ als broer van de vaders en moeders van Afrika. Hij werkte ongeveer tien jaar van zijn leven als docent pastorale trainingen in Nederland en Afrika. Daartoe had zijn congregatie hem vervolgstudies laten doen bij de Jezuieten te Brussel, te Parijs en aan de Universiteit van Tilburg. Meestal speelde zijn leven zich af in een verre rimboe. Daar werd hij timmerman als dat nodig was, of metselaar, of propagandist voor goed sanitair. Was er gelegenheid voor sport, dan mobiliseerde hij Afrika’s jongeren om deel te nemen aan mondiale wandelingen zoals georganiseerd door de 40-MM. Of hij stimuleerde hij de koorzang en theateruitvoeringen in de Goede Week, en- meer seculier – toneel op ‘black’ thema’s van Léopold Senghor en diens vriend Aimé Césaire. Bovenal is hij priester en polyglot. Al geruime tijd woont hij in Breda, in het karakteristieke huisje met Paula van Thiel. Redactiewerk ligt hem, ook het preken op bijbelthema’s in de kerken van het Ginneken, waar hij als pastor assisteert. Ook neemt hij taken op zich als vrijwilliger, waaronder die van vervangend organist. Het boek dat u nu in handen heeft, schreef hij om een verloren volk stem te geven op papier – dat gebeurt voor de 1e keer in het Nederlands.