Vertaling: Peter Eijkenboom, Fried Pijnenborg en Hans van Reisen
In de tweede helft van de vierde eeuw bezit Milaan keizerlijke allure in het Romeinse rijk en fungeert de stad als een knooppunt tussen oosterse en westerse culturen. Op 7 december 374 wordt de Romeinse gouverneur Ambrosius (339/40-397) er tot bisschop gewijd. Bijna een kwart eeuw leidt hij daar de katholieke geloofsgemeenschap. De jaren van zijn episcopaat zijn voor de kerk van Milaan en voor het christendom in West-Europa van grote betekenis gebleven, vooral vanwege zijn hymnen en bijbelcommentaren.
De expositio evangelii secundum Lucam vormt een spiegel van Ambrosius' leven en van zijn pastorale taken. Het werk wordt in dit boek voor het eerst als geheel in Nederlandse vertaling aangeboden. Het biedt een aangename kennismaking met de literaire, culturele en wijsgerige bagage van een bisschop uit de vierde eeuw. Boven alles geeft dit werk zicht op Ambrosius als voorganger in christelijk geloven. Niet als een heilige, niet als een kerkleraar, maar als iemand die verslag doet van doorleefde lectuur van de Heilige Schrift. De uitleg van het Lucasevangelie vormt in dit geschrift min of meer de rode draad, al schrijft Ambrosius geen bijbelcommentaar in de traditionele zin van het woord: het werk bestaat uit onderdelen in diverse literaire stijlen die door Ambrosius zelf bijeen zijn gelegd. Op de achtergrond van de expositio spelen duidelijk zijn preken mee. Daaruit blijkt Ambrosius' toeleg om bijbelteksten vanuit verschillende invalshoeken verrassend te laten doorwerken. De bisschop van Milaan wil de geloofsgemeenschap opbouwen en uitbouwen tot het levend lichaam van Christus. Daarin toont hij zich een toegewijd leraar, soms in innige samenspraak met zijn Heer en bij momenten zelfs in lyrische jubel. Dan wordt zijn spreken tot een juichend gezang. Zingen met mijn geest en ook met mijn verstand: een goede raad om oude geloofswoorden nieuwe ruimte te geven.