In dit tweede deel gewijd aan de Lijnvaart worden de drie rederijen belicht die werden opgericht om het vervoer van en naar Nederlands Oost-Indië ter hand te gaan nemen, de Stoomvaart Maatschappij Nederland, (Koninklijke) Rotterdamsche Lloyd en Nederlandsche Stoomvaart Maatschappij Oceaan. Naderhand werd hun vaargebied uitgebreid - onder meer met diensten tussen de Verenigde Staten en Indië - maar in 1960 moest dat ingrijpend worden aangepast door de verslechterde relatie tussen Nederland en haar voormalig gebiedsdeel. In 1970 gingen SMN en KRL, samen met andere Nederlandse rederijen, op in de
Nederlandsche Scheepvaart Unie, in 1977 vernaamd in Koninklijke Nedlloyd Groep. De scheepvaartdivisie van dit transportconcern fuseerde in 1997 met P&O Containers tot P&O Nedlloyd Container Line, die in 2005 vervolgens werd overgenomen door A.P. Moller-Maersk. De blauwpijpers van Oceaan verdwenen al in 1978 uit de Nederlandse vloot.