In de middeleeuwen ontstonden pelgrimstochten: naar Jeruzalem, Rome en Santiago. In "Voetsporen op oude pelgrimswegen" wordt vertelt hoe deze drie klassieke pelgrimstochten zijn ontstaan en wat de geschiedenis is. Na de hoogtijdagen in de middeleeuwen beleefden deze pelgrimstochten een teloorgang. Onverwacht herleefde het pelgrimeren in de tweede helft van de vorige eeuw en dat nog wel in een tijd van toenemende ontkerkelijking. Santiago is zelfs een "hype" geworden. Waarom gingen in al die eeuwen pelgrims op pad? Wat waren de motieven en ervaringen van de reislustige dames uit de Romeinse aristocratie, de krijgslustige ridders, de kerkelijke en wereldlijke hoogwaardigheidsbekleders en vrome burgers? Meestal wilden zij hun plekje in de hemel veilig stellen. En wat zoeken in de huidige tijd de pelgrims? Hun wereldse reisverslagen illustreren dat ook in de eenentwintigste eeuw pelgrimeren waardevol is door het bijzondere, grappige, afwisselende en wonderbaarlijke dat op de lange tocht langskomt.