Gammal portraten, fo?

GAMMAL PORTÄTEN, FO? Verkenningen en rariteiten in de plezierdichterij.

Sinds 1981 voerde DRS. P een correspondentie op ansichtkaarten met de Antwerpenaar PAUL ILEGEMS, oprichter en zelfbenoemd conservator van het Frietkotmuseum. Over de jaren stuurden ze elkaar honderden ollekebollekes, waaruit 'GAMMAL PORTÄTEN, FO?' een selectie brengt. 
Het boek bevat verder enkele essays van Paul Ilegems over de persoon en het oeuvre van Drs. P, en over het plezierdichten dat hij in de jaren 1970 lanceerde. Zo is GAMMAL PORTRÄTEN, FÖ? tegelijk een bloemlezing, een studie en een huldeboek aan de beroemde doctorandus.
De absurde titel GAMMAL PORTRÄTEN, FÖ? is afkomstig van een vers van Drs. P waarin hij een Zweedse tekst op de prentkaart op ontaalkundige wijze omsmeedde tot een ollekebolleke. De kaart fungeert tevens als omslag.
Drs. P is met zijn unieke liederenschat en onnavolgbare vertolkingen uitgegroeid tot een begrip, een symbool, een vlag. Behalve als dichter, tekstschrijver en componist verwierf hij ook faam als Opperlandicus en als auteur van zeer onderhoudende, deels autobiografische prozawerken. Toch werden zijn zeer bijzondere oeuvre en unieke persoonlijkheid nog weinig bestudeerd. 'Gammal porträten, fö?' brengt daar verandering in. 

DRS. P (Heinz Polzer) (1919, Thun [CH]) studeerde bedrijfseconomie in Rotterdam. Medewerker aan de Winkler Prins-encyclopedie. Tot 1962 werkzaam als copywriter in Djakarta. Van 1964 tot 1996 talloze optredens in Nederland en België als vertolker van eigen teksten en muziek. 

PAUL ILEGEMS (1946, Antwerpen) studeerde kunstgeschiedenis te Gent. Tot 2005 verbonden aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Antwerpen als docent kunstgeschiedenis en actuele kunst. Stichtte in 1981 het ambulante Frietkotmuseum, dat tussen 1981 en 2005 rondreisde in België en Nederland en vandaag ondergebracht is in het Frietmuseum te Brugge. Naast plezierverzen in 'De Tweede Ronde' en in 'België-Zwitserland' publiceerde hij meerdere studies over de Belgische frietkotcultuur, waarvan 'Het volkomen frietboek, een Belgische cultuurgeschiedenis' en 'Frietgeheimen' het bekendst zijn.