Volgens de christelijke traditie wordt de heilige Geest uitgestort op het eerste Pinksterfeest na de Hemelvaart van Jezus. Maar dezelfde Geest is volgens deze traditie ook al bij de schepping betrokken. Dit roept de vraag op hoe beide werkingen van de Geest zich tot elkaar verhouden. Liggen ze in elkaars verlengde? En zo ja, hoe dan? Is de werking van de Geest na de uitstorting een intensivering van de werking van de Geest in de schepping of moet de verhouding anders worden gezien? In deze studie worden deze vragen gesteld aan twee diepzinnige theologen die onder de 'toptheologen' van de vorige eeuw gerekend mogen worden, de protestantse theoloog Karl Barth (1886-1968) en de rooms-katholieke theoloog Karl Rahner (1904-1984). Daardoor komen de kernvragen van de oecumene aan de orde. Bovendien kan deze studie dienen als inleiding op het denken van zowel Barth als Rahner. Met name de laatste is in het Nederlandse taalgebied - ten onrechte! - nog vrij onbekend.
Aaldert Gooijer studeerde theologie aan de Universiteit van Utrecht. Sinds 2005 is hij predikant in de Protestantse Kerk in Nederland. Hij begon in de Betuwe (Varik en Heesselt) en is nu werkzaam in Berkel en Rodenrijs.