Personen
Tejo Moerings
NUR Codes (sub)
300 Literaire fictie algemeen
Pakket De helden van David
Zomer pakket A | Dwarsligger 2 en 1
Zomer pakket B | Dwarsligger 2 en 1
Zomer pakket C | Dwarsligger 2 en 1
In juni 1849, enkele maanden voor zijn dood, schreef Edgar Allen Poe "Het leidt geen twijfel dat er individuen zijn geweest die gestegen zijn boven het niveau van hun generatie; maar als we in de geschiedenis zoeken naar sporen van hun bestaan, moeten we alle biografieën van de 'goede en grote mensen' overslaan en zorgvuldig op zoek gaan naar de spaarzame geschriften van de verschoppelingen die gestorven zijn in de gevangenis, het krankzinnigengesticht of aan de galg." Mijn jeugd was een aaneenschakeling van allerlei gebeurtenissen die er niet toe deden. Gewoon, omdat ik vond dat het allemaal zinloos en stompzinnig was wat er gebeurde rond mijn persoon. Wat gebeurde er dan? Niets, helemaal niets, althans in de orde van belangrijkheid kwamen de gebeurtenissen op de schaal van 0 tot 10 op -5 uit. Vanaf m'n jongste jaren heb ik me ontheemd gevoeld, niet thuis, nergens thuis. Ik zwierf rond als een nomade, droomde over een onbewoond eiland in een vijver van het Zuiderpark op Zuid, of bakende mijn eigen land af op een stortplaats van gravelafval. En dat schreef ik dan op in een cahier met dikke kaft met het opschrift: Mijn eigen compendia. Dat vond ik een mooie titel.