dit werk kent de volgende uitvoeringen
Paperback
ISBN9789070105099
verschijningsdatum01/06/2010
verschijningsdatum01/06/2010
Martin Th. A. van Duinen werd in 1929 te Magelang, Indonesië geboren als vierde zoon van Ds. Gabe van Duinen en S.Evenhuis.
Het hele gezin overleefde de Japanse interneringskampen en keerde begin 1946 naar Nederland terug. In 1949 begon de auteur aan de studie geneeskunde aan de Universiteit van Leiden, daarna volgde in 1957 de opleiding tot neuroloog in de St. Ursulakliniek te Wassenaar met als opleiders Dr. J.M.J.Tans, Dr. H. van der Drift en Dr. O.Magnus als opleider EEG. Na deze opleiding volgde nog een tweede opleiding tot neurochirurg met als opleiders Dr. A.C. de Vet en Dr. P.R.M.J.Hanraets. Als neurochirurg was de auteur vanaf 1967 verbonden aan de St. Ursulakliniek in Wassenaar, het Westeindeziekenhuis in Den Haag en het Reinier de Graaffziekenhuis in Delft. In 1967 promoveerde Martin van Duinen tot doctor in de geneeskunde. De promotie vond plaats bij Prof. Dr. H.Verbiest in Utrecht.
Na zijn pensionering in 1996 hield de auteur zich bezig met geloofsvragen ( www.mvanduinen.nl) en het vraagstuk van de dood, dat tegenwoordig weer nadrukkelijk op de agenda staat en waarvan deze uitgave het resultaat is.
In Denkend aan de Dood vraagt Martin van Duinen zich af hoe de mens in de loop der tijden is omgegaan met de dood in de relatie met een of ander geloof in een postmortale existentie. Waar haalt de mens het bijna universele geloof in een bestaan na de dood vandaan? Hoe heeft deze notie zich in het Westen en Midden Oosten ontwikkeld? Hoe is dit geloof in het Oude Testament gekomen, hoe ontplooit het zich in het Nieuwe Testament en de verdere geschiedenis? Hoe is het specifieke geloof in een opstanding ontstaan en wat moet de moderne mens en de christelijke gelovige daar tegenwoordig nog mee? En tenslotte is de vraag natuurlijk hoe wij/ik omgaan met de dood. Als vanzelf komen bij deze gang door de tijd gerelateerde problemen aan de orde, zoals: wat is de mens, de tijd, de reïncarnatie, de verhouding van de geest tot het lichaam, de bijna dood ervaringen, de visie op Jezus en meer.
In Denkend aan de Dood steekt de auteur zijn christelijke overtuiging niet onder stoelen of banken, al brengt hij wel de nodige kritische noten aan.