Jezus beloofde dat iedereen die in Hem gelooft de volgende tekenen zal doen: demonen uitdrijven, spreken in onbekende talen en zieken gezond maken.
In 1 Korinthe 12 noemt Paulus nog zes andere Geestesgaven die God aan de gemeente, als het lichaam van Christus, wil geven. Het zijn gereedschappen waarmee we onze bediening kunnen uitvoeren in afhankelijkheid van de Geest.
Als Jezus ons die Geestesgaven heeft beloofd, waarom zien we er dan nu zo weinig van? Hoe functioneerden die gaven eigenlijk in de tijd van Jezus, bij de eerste christengemeenten en in de kerkgeschiedenis? En hoe zouden we ze nu kunnen en moeten gebruiken? Dit bijbelstudieboek is geschikt voor een persoonlijke of gezamelijke zoektocht naar de betekenis van de Geestesgaven in het verleden, het heden en de toekomst.