Het Scholtenhuis is misschien wel het meest gehate gebouw uit de geschiedenis van Groningen. Het staat symbool voor vijf jaren van onderdrukking en terreur. Het was de plek waar talloze verzetsmensen en andere gevangenen zijn verhoord, vernederd en gemarteld; voor een groot aantal van hen het vertrekpunt naar de dood. "Onze Führer is veel te verdraagzaam. Als ik Führer was, dan zou ik die Nederlanders eens leren wie de macht heeft. Ik zou zó regeren, dat ik de meest gehate man van Europa werd!" Deze woorden schreeuwde een woedende Robert Lehnhoff naar mevrouw Glastra van Loon-Kuipers, toen zij in 1941 het Scholtenhuis bezocht, om informatie over haar gearresteerde zoon op te eisen. De SD'er Robert Lehnhoff was misschien wel de verpersoonlijking van het kwaad op het Scholtenhuis. Hij en een kleine twintig andere mannen en vrouwen die daar werkzaam waren, worden uitgebreid belicht in het boek 'Het Scholtenhuis Deel 2. Daders'. De chef, de referaatleiders en hun medewerkers die belast waren met het oprollen van verzetsgroepen, de chauffeur, de maîtresses; een gemêleerd gezelschap dat tot vreselijke misdaden kwam. Waar 'Deel 1' een meer feitelijk relaas is van de misdaden van de Groninger Sipo en SD, is in het tweede deel 'Daders' gekozen voor een biografische aanpak in de lijn van literaire non-fictie. Auteur en historica Monique Brinks laat op zeer leesbare wijze zien hoe de 'Daders' opgroeiden, carrière maakten en gezinnen stichtten. En hoe zij vanuit deze posities en keuzes uiteindelijk op het Scholtenhuis terechtkwamen en ontspoorden. Door een presentatie van die diverse karakters, die elk hun eigen 'talenten' en dynamiek meebrachten in het huis van het nazisme, maakt Brinks inzichtelijk hoe het Scholtenhuis uitgroeide tot een ware terreurmachine. Ze verontschuldigt de SD'ers niet voor hun daden. Evenmin trekt ze een algehele conclusie of maakt ze generaliseringen van de daders. Wel laat ze - in elk individueel geval - zien hoe zij in een geweldspiraal terechtkwamen en hun grip op de oorlog - en daarmee op hun eigen leven - verloren. 'De mens beheerst de oorlog niet meer, maar de oorlog beheerst de mens', zo formuleerde Groninger SD-chef Georg Haase het in zijn rechtszaak. Brinks komt tot opmerkelijke en nieuwe bevindingen, waarbij ook de Nederlandse regering in Londen niet schoon blijkt te zijn. Een agent van de Nederlandse geheime dienst kreeg de officieuze opdracht om de integratie van het linkse verzet in de Binnenlandse Strijdkrachten te saboteren. Het werd zijn vrijgeleide uit het Scholtenhuis waar hij was opgesloten. De betrokken SD'er Ernst Knorr kon hierover niet getuigen, want hij werd kort na de oorlog onder verdachte omstandigheden vermoord in de gevangenis van Scheveningen. Of dé verraadster van het noorden: Geessien Bleeker. Was zij werkelijk schuldig aan het verraad in de stad Groningen? Brinks betwijfelt het. Brinks kwam erachter dat in de rechtszaken van Sleijfer en Visser, die allebei in dienst van de SD gruwelijk daden hebben verricht, de rooms-katholieke kerk hen de hand boven het hoofd hield. Dit redde hen van de doodstraf. En dan het bizarre verhaal van de tijdelijke Scholtenhuis-chef Walter Anders: Brinks gebruikt de correspondentie tussen hem en zijn zwangere maitresse om aan te tonen dat Anders zelfmoord pleegde. Deze en vele andere zaken die meer dan 65 jaar geheim zijn gebleven, worden voor het eerst uit de doeken gedaan. Naast een gedegen literatuurstudie heeft de auteur vooral gebruik gemaakt van originele bronnen. Ze bezocht regionale, nationale en internationale archieven. Ze sprak met nabestaanden van de hoofdpersonages en met hun familieleden. Nooit eerder gepubliceerde foto's, brieven en tekeningen van diverse SD'ers zullen te zien zijn in het boek. Het boek biedt een unieke en fascinerende inkijk in het leven van de hoofdpersonages van het Scholtenhuis.