Lange tijd was het gangbaar de ethische richtlijnen in de brieven aan Timoteüs en Titus als 'burgerlijk' te typeren. Anders dan de onbetwiste Paulusbrieven zouden de Pastorale Brieven een behoudende levensstijl promoten die aansloot bij de sociale conventies van de eerste eeuw. Deze karakterisering is niet zonder kritiek gebleven. De Pastorale Brieven krijgen tegenwoordig meer positieve aandacht en het etiket burgerlijk wordt achterwege gelaten. Toch blijkt in de praktijk het burgerlijke karakter van de ethische richtlijnen in deze brieven nog steeds verondersteld.Dit boek toetst het burgerlijke gehalte van de ethische richtlijnen in 1 Timoteüs en Titus op het gebied van intermenselijke verhoudingen. De richtlijnen worden gespiegeld aan de sociale conventies uit die tijd. De vraag naar het waarom van de instructie staat daarbij centraal. Daarnaast wordt inzake de man-vrouw verhouding een vergelijking gemaakt met 1 Korintiërs.