Het is het jaar 1240. In Lier, België, volgt het veertienjarige meisje Enith haar roeping en treedt in in het klooster van Onze Lieve Vrouw van Nazareth, dat onder leiding staat van de priorin Beatrijs. Ze stelt zich ten doel om haar vader, die een ware kruistocht voert tegen de 'heidenen'; in de wouden rondom de stad, te laten zien dat er een andere weg is: de weg van de minne. Naarmate ze langer in het klooster verblijft, worden haar gedachten over haar vader meer verbitterd. Dan meldt haar broer zich aan de kloosterpoort. Haar vader is vergiftigd door de heidenen en heeft haar hulp nodig. Ze wil niet gaan maar Beatrijs stuurt haar toch. Met dit korte verhaal (22 pagina's in gedrukte vorm) neemt Stéphanie de Geus de lezer mee op avontuur in de middeleeuwen en laat zien dat familieproblemen van alle tijden zijn.