De geestelijke bruiloft van de middeleeuwse Vlaamse mysticus Jan van Ruusbroec in een hedendaagse Nederlandse vertaling. Ruusbroec schreef zijn meesterwerk midden in de drukte van het Brusselse stadsleven. Hij was daar 25 jaar achtereen kapelaan van de Sint-Goedelekerk. Zorgvuldig en met veel mensenkennis beschrijft hij de weg naar binnen en de liefde tussen God en mens. In zijn schetsen zullen geliefden ook de hoogte- en dieptepunten van de aardse liefde herkennen. Die gheestelike brulocht, zoals het werk in het Middelnederlands heet, maakte Ruusbroec al tijdens zijn leven vermaard in heel Europa. Een van zijn enthousiaste lezers was Geert Grote, die Ruusbroec op weg naar Parijs opzocht in zijn kluis in het Zoniënwoud bij Brussel. Door de vriendschap met Grote werd Ruusbroecs werk een van de inspiratiebronnen van de Moderne Devotie, een beweging van innerlijke vroomheid die in heel Europa haar sporen naliet. In De geestelijke bruiloft ontvouwt Ruusbroec het geestelijk leven in drie opeenvolgende stadia: het werkende leven, het innige leven en het Godschouwende leven. Deze drie stadia zijn eigenlijk drie gedaanten van een zich steeds verdiepende liefde tot God. Ruusbroec beschrijft de groei van het mystieke leven vanaf de bekering tot de hoogste toppen van de contemplatie. Daarbij geeft hij ook de risico's aan waarmee de biddende mens rekening moet houden en welke afwijkingen mogelijk zijn. Neerlandicus en dichter Jos van den Hoek maakte een verantwoorde en soepel lezende vertaling van het Middelnederlandse origineel. De tekst wordt ingeleid door professor dr. Guido de Baere s.j., emeritus hoogleraar van het Ruusbroec-genootschap van de Universiteit van Antwerpen.