Ze hoorde een zware deur dichtklappen.
"Schiet op! Daar komt hij aan, toe nou Cees, toe nou," fluisterde Steffi en zonder pardon duwde ze Cees de kerkbanken in. Ze hield haar vinger voor haar lippen om hem te gebaren stil te zijn. Hij deed haar na en legde zijn vinger ook op zijn lippen.
"Sstt," fluisterde Cees. "Wij doen verstoppertje, hè?"
"Op je knieën," fluisterde Steffi.
Daar vond Cees niets vreemds aan, want hij herinnerde zich dat nog wel van school wanneer ze met zijn allen naar de kerk gingen. Hij nam een matje van de haak en wilde gaan knielen.
"Nee, Cees, helemaal onder de bank. Helemaal plat gaan liggen."
Steffi van Braendt, assistent-pathologie, worstelt met een slechte relatie en op een gegeven moment barst de bom. Steffi valt stomdronken in de armen van haar oude jeugdliefde Rayen, al herkent ze hem in eerste instantie niet. Totaal verward, na het beëindigen van haar relatie met Jasper, krijgt ze een ernstig ongeluk tijdens het oversteken van de straat. Ze ervaart daarbij een bijna-doodervaring en spreekt met een man die zich Otis noemt. Na haar ontslag uit het ziekenhuis keert ze terug naar haar geboortedorp en trekt tijdelijk bij haar nicht Catharina in. Steffi weet zich geen raad met de gevoeligheid die is ontstaan na haar ervaring.
Ondertussen wordt in het dorp, na dertig jaar, de moordzaak op de oude pastoor en zijn huishoudster Lina heropend. Steffi raakt betrokken bij het onderzoek. Ze wordt zo meegesleept dat ze in een hachelijke situatie terecht komt en opnieuw gered moet worden door Otis.
Sylvia Lucia schreef meerdere boeken over onderwerpen als reïncarnatie en tweelingzielen op een natuurlijke manier en in begrijpelijke taal: Heimwee naar de Pinkstertuin, Verlangen naar mijn tweeligziel, De hemel zal het weten, Raymond Lodge, soldaat van het licht. Tevens verscheen van haar het kinderboek Het spookhotel van jonkheer Jammie. Met deze misdaadroman verwerkt ze de onderwerpen uit haar eerdere boeken in een razend spannend verhaal.